Voor meer informaties, Kliek hier >>>
Door nieuwe wetenschappelijke inzichten over de fysiopathologie, de ziekten die ermee in verband worden gebracht en de therapeutische modaliteiten die moeten worden aangenomen, is de maaginfectie door Helicobacter pylori, een actueel onderwerp.
Naar aanleiding van deze evoluties werden de aanbevelingen over de opsporing, de diagnose en de behandeling ervan onlangs herzien. Anderzijds benadrukken alle partijen de noodzaak om de patiënten te informeren en hen sterk te betrekken bij hun behandeling.
Met dat doel voor ogen hebben wij deze informatiewebsite in het leven geroepen. Hij is bestemd voor gezondheidsmedewerkers, maar ook voor patiënten die op zoek zijn naar informatie.
Veel leesplezier!
Dokter Fazia Mana, een gastro-enteroloog die zich gespecialiseerd heeft in de behandeling van bacteriologische infecties met Helicobacter pylori, beantwoordt enkele vragen over de volgende onderwerpen: algemene beschrijving van de bacterie, beschrijving van de opsporingsmethodes en uitleg over de bestaande behandelingen en de behandelingen in ontwikkeling.
>>> Klik hier om de video van Prof. Dr. Mana te bekijken.
Helicobacter pylori (H. pylori) is een gramnegatieve bacterie die behoort tot de klasse van de ε proteobacteriën. Ze is langwerpig, spiraalvormig, roze van kleur en bezit twee tot zes zweepstaartjes, waardoor ze zeer beweeglijk is. Ze koloniseert het oppervlak van het maagslijmvlies bij de mens en bij primaten, zonder het te overwoekeren. De infectie van de maag door H. pylori kan bij de mens echter wel een hevige immuunrespons teweegbrengen.
Tot 1983 dacht men dat de maag, door haar zuurheid, een steriel orgaan was. De Australische onderzoekers R. Warren en B. Marshall hebben de bacterie H. pylori ontdekt in de biopsieën van patiënten met gastritis en hebben het verband tussen de aanwezigheid van deze bacterie ter hoogte van de maagportier en de ontwikkeling van maagziekten vastgesteld. Voor hun ontdekking kregen ze in 2005 de Nobelprijs voor de geneeskunde.
Helicobacter pylori bezit eigenschappen waarmee ze in de vijandige omgeving die de maag is, kan overleven en zich kan voortplanten. Om te beginnen kan de bacterie met haar schroefvorm en haar zweepstaartjes doordringen en zich verplaatsen in de dikke slijmlaag die een fysieke barrière vormt en het maagslijmvlies beschermt. Anderzijds produceert ze een grote hoeveelheid (10% van de totale eiwitten van H. pylori ) urease, dat de omzetting van ureum en ammoniak in een zuur milieu katalyseert. De bacteriën zijn dus omgeven door een beschermende wolk ammoniak, die een buffer vormt tegen het maagzuur. Tot slot zorgen de adhesines op het oppervlak van H. pylori ervoor dat de bacterie zich in het slijmvlies kan verankeren.
De infectie met H. pylori is, na cariës, de meest voorkomende chronische bacteriële infectie ter wereld. Ze koloniseert de maag van de helft van de wereldbevolking, met grote geografische verschillen die overeenstemmen met de sociaaleconomische niveaus en met de risicofactoren voor besmetting, en met de leeftijd. In ontwikkelde landen raakt één volwassene op vijf besmet op de leeftijd van 20 jaar. Op 60 jaar is dat één op twee. De incidentie in de ontwikkelde landen is de laatste 20 jaar afgenomen, wellicht dankzij een betere hygiëne en het frequente gebruik van antibiotica.
Ref: Global Prevalence of Helicobacter pylori Infection: Systematic Review and Meta-Analysis :
James K.Y. Hooi et al., Gastroenterology 2017; 153(2): 420-429 DOI: 10.1053/j.gastro.2017.04.022
Helicobacter pylori houdt zich uitsluitend op in de maag van de mens en van primaten. De besmetting gebeurt van mens tot mens, meestal tijdens de kindertijd en binnen het gezin. De bronnen van besmetting zijn speeksel, braaksel en stoelgang (diarree). De wijzen van besmetting zijn oraal-oraal en fecaal-oraal.
In ontwikkelde landen is de schuldige meestal de oraal-orale overdracht, door rechtstreeks contact met besmet speeksel, of door reflux, oprispingen of braaksel. Gezondheidsmedewerkers die in contact komen met de maagvloeistof (gastro-enterologen, verpleegkundigen enz.) lopen het grootste risico. Zodra de infectie zich genesteld heeft, krijgt men ze zonder behandeling niet weg. Na de behandeling is het risico op herbesmetting op volwassen leeftijd in onze contreien klein. In ontwikkelingslanden daarentegen is de fecaal-orale overdracht groot.
Ref : Quand et comment s’infecte-t-on au Hp ?, F.Mégraud, Gastroentero Clin Biol,2003 ; 27 : 374-79
Vandaag overwegen we dat, ook al is de infectie met H. pylori in ongeveer 70% van de gevallen asymptomatisch, toch wordt ze als pathologisch beschouwd omdat ze een ontsteking van het chronische type teweegbrengt. Het is immers de voornaamste oorzaak van chronische gastritis.
Spijsverteringsaandoeningen zoals maagdarmzweren, functionele dyspepsie, MALT-lymfoom en adenocarcinoom van de maag gaan gepaard met de infectie met H. pylori. De variabele expressies van de infectie, zowel de anatomisch-pathologische als de klinische, hangen af van:
de virulentie van de bacterie: er zijn bepaalde genetische factoren van virulentie van H. pylori bekend, zoals het eilandje bestaande uit 12 CagA-genen of de locus VacA, die risicofactoren voor pathogeniteit vormen.
de immunitaire en inflammatoire eigenschappen van de gast, zoals het polymorfisme van de inflammatoire cytokines.
persistentiefactoren waardoor ze zich kunnen vermenigvuldigen in het slijm en op die manier de concentratie ervan kunnen doen toenemen
omgevingsfactoren en levenswijze.
De pathologieën die in verband worden gebracht met de infectie met H. pylori ter hoogte van het maagdarmstelsel zijn, afhankelijk van de leeftijd van de patiënt:
atrofische of metaplastische gastritis
functionele dyspepsie
maagdarmzweren voor de meesten onder hen (respectievelijk 80 en 90%).
MALT-lymfoom van de maag (zeldzaam)
en adenocarcinoom van de maag, van het diffuse of intestinale type (1 tot 3% van de gevallen)
De infectie met H. pylori speelt, door de ontsteking en de interactie met het microbiota, mogelijk een rol bij colon- en hepatobiliaire kanker.
Ook brengen bepaalde gegevens een verband aan het licht, zij het dan met een variabel bewijsniveau, met ziekten die niets met de spijsvertering te maken hebben, zoals auto-immuunziekten, de ziekte van Parkinson, migraine, cardiovasculaire aandoeningen of chronische urticaria.
Ref. :Moussata D, de Korwin JD. EMC-gastroentérologie, 2014 ; 0 :1-12
Ernaar op zoek gaan is gerechtvaardigd in tal van, al dan niet symptomatische, situaties. De voornaamste indicaties van opsporing van een infectie zijn:
Evolutieve maag- of darmzweer of zweer in de voorgeschiedenis
Alvorens een chronische behandeling met NSAID's of aspirine op te starten, vooral als de patiënt al eens eerder een zweer heeft gehad
Niet-ulcereuze dyspepsie
Bloedarmoede door ijzergebrek of tekort aan vitamine D zonder gevonden oorzaak
Maagkanker in de persoonlijke of familiale voorgeschiedenis
Syndromen van aanleg voor maagkankers (HNPCC of Lynch)
Preneoplastische laesie van het maagslijmvlies
MALT-lymfoom van de maag
Immunologisch gemedieerde trombocytopenische purpura
Voor bariatrische ingrepen
Langetermijnbehandeling (ten minste 6 maanden) met PPI – volgens sommige guidelines
Ref : - Diagnostic de l’infection par Hp chez l’adulte- HAS- Mai 2017
- Recommandations de prise en charge de l’infection à Hp en 2016 pour les médecins généralistes- GEFH- www.helicobacter.fr
Er bestaan invasieve en niet-invasieve methodes. De vaakst gebruikte methodes in de algemene geneeskunde zijn de 13C-ureum ademtest en de serologie. Door tijdens de gastroscopie maagbiopsieën uit te voeren, kan een bacteriologisch onderzoek worden gedaan om de bacterie te vinden, maar ook om na te gaan hoe gevoelig ze is voor antibiotica.
De ureum ademtest spoort de activiteit van het urease van H. pylori op. Hij maakt de diagnose en de controle van de uitroeiing na de behandeling mogelijk, maar moet minstens vier weken na stopzetting van de antibiotica en minstens twee weken na stopzetting van de PPIP of anti-H2 worden uitgevoerd.
De serologie spoort de IgG op. Ze is geïndiceerd voor de diagnose van de infectie, maar niet om de uitroeiing van de bacterie te controleren. Ze getuigt immers alleen maar van een voorafgaand contact met de bacterie. Het nemen van PPI of antibiotica heeft er geen invloed op.
Ref : - Diagnostic de l’infection par Helicobacter pylori chez l’adulte- HAS- Mai 2017
Recommandations de prise en charge de l’infection par Helicobacter pylori en 2016 pour les médecins généralistes- GEFH- www.helicobacter.fr
- Nouvelles recommandations sur la prise en charge des patients infectés par Helicobacter pylori, J.D. de Korwin –JFHOD 2016
De behandeling van de infectie met Helicobacter pylori heeft haar doeltreffendheid voor het voorkomen van opstoten van maagdarmzweren en het ontstaan van maagkankers bewezen. Toch moet, door de grote resistentie tegen antibiotica, en met name voor clarithromycine, de therapeutische behandeling worden aangepast.
Die aanpassing zal indien mogelijk worden geleid door het antibiogram, om het microbiotische ecosysteem te beschermen en de selectiedruk te verkleinen. Zo niet zal ze, bij ontbreken daarvan, probabilistisch zijn.
Momenteel zijn de probabilistische eerste- en tweedelijnsbehandelingen de gelijktijdige sequentiële quadritherapie (IPP + amoxicilline + clarithromycine + metrodinazol), geoptimaliseerd op 14 dagen, en de quadritherapie met bismut (IPP + bismutzout + tetracycline + metrodinazol) gedurende 10 dagen. In geval van een begeleide behandeling kan een tritherapie volstaan als het antibiogram wijst op een stam die gevoelig is voor clarithromycine of levofloxacine.
De toevoeging van probiotica gedurende 1 maand vóór het begin van de behandeling en 1 maand na het einde van de behandeling lijkt de behandelingen van zowel 10 als 14 dagen te optimaliseren en de bijwerkingen voor de spijsvertering te verminderen.
De controle van de bacterielading moet systematisch na elk onderdeel van de behandeling worden uitgevoerd.
Toekomstige strategieën
Nieuwe strategieën voor de behandeling van of de strijd tegen Helicobacter pylori worden bestudeerd bij zowel dieren als mensen. Enkele van de verschillende pijlers die worden bestudeerd zijn:
De perfectionering van een vaccin tegen Helicobacter pylori. Er zijn tal van dierproeven uitgevoerd met vaccins op basis van diverse antigenen, die worden toegediend via verschillende routes. Een project dat momenteel loopt, bestudeert een formulering van een oraal vaccin, op basis van volledige, inactieve kiemen en een nieuwe formule van compatibele toeslagstof, die de beschermende doeltreffendheid van het vaccin tegen de infectie met Helicobacter pylori verhoogt. Momenteel bestaat er echter geen enkel vaccin voor de mens en volgens de onderzoekers valt er de eerste 20 jaar geen doorbraak te verwachten.
Het gebruik van specifieke bacteriofagen: deze virussen die de bacteriën infecteren, hechten zich aan de wand van de bacterie, die ze injecteren met hun eigen genetisch materiaal om zich erin voort te planten wat leidt tot bacteriolyse. Deze techniek, die een alternatief zou kunnen vormen voor bijvoorbeeld antibioticaresistente bacteriën, is momenteel niet toegelaten.
Het gebruik van bacteriocines: bacteriocines zijn antimicrobiële polypeptiden met een laag moleculair gewicht, die worden gevormd door bepaalde stammen melkzuurbacteriën en waarvan er vele werkzaam zijn tegen ziekteverwekkende bacteriën. Zo hebben de lacticines A164 en BH5 een grote antibacteriële activiteit laten zien, in vitro, gericht tegen Helicobacter pylori. Omdat deze lacticinevormende stammen echter niet stabiel waren in het maagmilieu, is het onderzoek toegespitst op het stabiliseren ervan.
Het gebruik van metabiotica: het gaat om een aanpak op basis van producten die afkomstig zijn van probiotische micro-organismen. Een zeer veelbelovend voorbeeld is Pylopass™, op basis van geïnactiveerde cellen van de bacterie Lactobacillus reuteri, die zich samenvoegen met de Helicobacter pylori -bacteriën en hierdoor hun mobiliteit en hun vermogen om het maagslijmvlies te koloniseren, verminderen. De bacteriële coaggregaten worden in het spijsverteringskanaal geleid en vervolgens geëlimineerd in de stoelgang. Daardoor is dit soort behandeling zeer veilig en wordt ze goed verdragen. Bovendien hebben klinische studies de doeltreffendheid van Pylopass™ aangetoond.
Wenst u meer informatie? Klik dan hier
Ref :
- Traitement de l’infection par Helicobacter pylori chez l’adulte- HAS- Mai 2017
- Recommandations de prise en charge de l’infection par Helicobacter pylori en 2016 pour les médecins généralistes- GEFH- www.helicobacter.fr
- Malfertheiner P, Megraud F, O’Morain CA on behalf of the European Helicobacter and Microbiota Study Group and Consensus panel, et al, Management of Helicobacter pylori infection—the Maastricht V/Florence Consensus Report, Gut 2017;66:6-30.
- Nouvelles recommandations sur la prise en charge des patients infectés par Helicobacter pylori, J.D. de Korwin –JFHOD 2016
- Eradication of Helicobacter pylori Infection: Past, Present, and Future- Baryshnikova et al. J Clin Gastroenterol Treat 2016, 2:011